sneeuwschaap
- (IPA in voorbereiding)
- sneeuw·schaap
- samenstelling van sneeuw zn en schaap zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwschaap | sneeuwschapen |
verkleinwoord | sneeuwschaapje | sneeuwschaapjes |
het sneeuwschaap o
- (evenhoevigen) Ovis nivicola een schapensoort uit de familie der holhoornigen (Bovidae). De soort komt voor in de bergen van Oost-Siberië en wordt in het Poetoranagebergte in terreinen boven de 1.700 meter waargenomen. In de rest van zijn verspreidingsgebied komt de soort meestal voor boven de 2.000 meter hoogte. Het sneeuwschaap migreert soms over korte afstanden
- schapen, bokken, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'sneeuwschaap' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.