muziekstuk
- Geluid: muziekstuk (hulp, bestand)
- mu·ziek·stuk
- samenstelling van muziek en stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | muziekstuk | muziekstukken |
verkleinwoord | muziekstukje | muziekstukjes |
het muziekstuk o
- (muziek) een muzikaal werk om te spelen en/of zingen.
- Het muziekstuk werd geschreven door een componist.
- ade, air, aria, arietta, ariette, ballade, bolero, bourree, cantate, celloconcert, chaconne, classic, compositie, concert, concerto, dans, divertimento, drumsolo, duet, duo, elegie, ensemble, etude, evergreen, fanfare, feestmars, fluitconcert, fuga, gavotte, impromptu, klassieker, koorwerk, koraal, kwartet, kwintet, largo, lied, madrigal, mars, mazurka, menuet, missa, monet, motet, nocturne, nonet, octet, ode, opera, opus, oratorium, orgeltrio, orkestwerk, ottetto, ouverture, parademars, partita, partituur, passacaglia, pastorale, pentafonium, pianoconcert, pianosolo, pianosonate, polka, polonaise, prelude, quartet, rapsodie, requiem, rêverie, rockopera, romance, rondeau, rondeel, rondino, rondo, sarabande, scherzo, septet, serenade, sextet, snarenspel, sonate, sonatine, strijkconcert, suite, symfonie, terzet, toccata, treurmars, trio, triosonate, trompetconcert, valse, vioolconcert, wals
1.een muzikaal werk
- Het woord muziekstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "muziekstuk" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be