lied
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- lied
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘gezang’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1260 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lied | liederen |
verkleinwoord | liedje | liedjes |
Zelfstandig naamwoord
lied o
- (muziek) muzikale vorm waarin tekst op muziek wordt verklankt, vaak vormgegeven in couplet en refrein
- ▸ Hij sleurde de abt bij zijn haren uit het smalle bed, smeet hem op de vloer en sloeg hem met een roe waar hij hem raken kon, onder het zingen van het lied 'O Pastor Alterne'.[2]
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. het melodische geluid
|
Gangbaarheid
- Het woord lied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "lied" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "lied" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), , p. 14
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be