gezang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·zang
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van zingen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezang | gezangen |
verkleinwoord | gezangetje | gezangetjes |
Zelfstandig naamwoord
- het zingen
- lied
- Een gezang is een term die in protestants-christelijke Kerken in Nederland gebruikt wordt voor een bepaald type kerkelijk lied.
Hyponiemen
- beurtgezang, harpgezang, kerkgezang, kerstgezang, kindergezang, koorgezang, koraalgezang, lofgezang, psalmgezang, tussengezang, vogelgezang, walvisgezang
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord gezang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "gezang" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), , p. 14
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be