zang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zang | zangen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
zang m
- (muziek) de kunst van het zingen
- (muziek) zangstuk
- (letterkunde) onderdeel van een langer dichtstuk
- Het heldendicht bestaat uit vijf zangen.
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Uitdrukkingen en gezegden
- Veel noten op zijn zang hebben
veel eisen en wensen dat aan alle verlangens wordt voldaan
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord zang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zang" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "zang" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zang op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Koerdisch
Zelfstandig naamwoord
zang m