zangtalent
- Geluid: zangtalent (hulp, bestand)
- zang·ta·lent
- samenstelling van zang en talent
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangtalent | zangtalenten |
verkleinwoord | zangtalentje | zangtalentjes |
het zangtalent o
- (muziek) talent hebben voor het zingen.
- Het zangtalent trad op voor hoogwaardigheidsbekleders.
- Het woord zangtalent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.