Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zang·lijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zanglijn zanglijnen
verkleinwoord zanglijntje zanglijntjes

Zelfstandig naamwoord

de zanglijnv / m

  1. (muziek) de vocale stem in een anderszins instrumentaal stuk
    • Hij vertolkt meestal de zanglijn. 

Gangbaarheid