kerstzang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerst·zang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstzang | kerstzangen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kerstzang m
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstzang | kerstzangen |
verkleinwoord |
kerstzang m