• zang·par·tij
enkelvoud meervoud
naamwoord zangpartij zangpartijen
verkleinwoord zangpartijtje zangpartijtjes

de zangpartijv

  1. (muziek) een deel in een muziekstuk dat betrekking heeft op één zangstem.
    • De zangpartij besloeg slechts een gedeelte van het muziekstuk.