zangpedagoge
- zang·pe·da·go·ge
- samenstelling van zang en pedagoge
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangpedagoge | zangpedagoges |
verkleinwoord | zangpedagogetje | zangpedagogetjes |
de zangpedagoge v
- (beroep) (muziek) een onderwijzeres in het zingen.
- De zangpedagoge gaf aan waar de zanger zich moest verbeteren.
- Het woord zangpedagoge staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.