dichtstuk
- dicht·stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dichtstuk | dichtstukken |
verkleinwoord | dichtstukje | dichtstukjes |
het dichtstuk o
- (dichtkunst) tekst die door dichten tot stand is gekomen
- Er is een gedicht geschreven voor de man wiens romp in het IJ gevonden is. Donderdag werd het dichtstuk voorgedragen bij de begrafenis van de nog onbekende man. [2]
- Dit dichtstuk, geschreven als drama, dat dus als toneelstuk zou kunnen worden opgevoerd, is ook prachtig van zeggingskracht. Milton stierf in 1674. Zijn evenknie John Bunyan overleefde hem veertien jaar. [3]
- Het woord dichtstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dichtstuk" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 12 APRIL 2013 Gedicht voor romp uit het IJ
- ↑ Reformatorisch Dagblad M. Dankers 19-11-2003 Het paradijs opnieuw verloren
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be