• zang·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord zangstuk zangstukken
verkleinwoord zangstukje zangstukjes

het zangstuko

  1. (muziek) een lied.
    • De artiest voerde het zangstuk op. 
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be