zegezang
- ze·ge·zang
- samenstelling van zege en zang
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zegezang | zegezangen |
verkleinwoord | zegezangetje | zegezangetjes |
de zegezang m
- lied ter ere van de overwinning.
- Het woord 'zegezang' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.