zangbodem
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zang·bo·dem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zang en bodem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangbodem | zangbodems |
verkleinwoord | zangbodempje | zangbodempjes |
Zelfstandig naamwoord
zangbodem m
- (muziek) de bodem van bijvoorbeeld een vleugel die resoneert en de klank versterkt
- De kwaliteit van een vleugel hangt onder meer af van de structuur en de dichtheid van de zangbodem.
Gangbaarheid
- Het woord zangbodem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "zangbodem" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
49 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be