zangcicaden
- Geluid: zangcicaden (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- zang·ci·ca·den
- samenstelling van zang zn en cicaden zn
- zangcicade zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zangcicaden | |
verkleinwoord |
de zangcicaden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zangcicade
- meervoudsvorm als officiële benaming (halfvleugeligen) Cicadidae een familie van insecten die behoort tot de onderorde cicaden (Auchenorrhyncha)
- [2] mannacicade
- Het woord 'zangcicaden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.