jubellied
- ju·bel·lied
- samenstelling van jubel ww en lied
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jubellied | jubelliederen |
verkleinwoord | jubelliedje | jubelliedjes |
het jubellied o
- lied waarin van vreugde wordt gejubeld
- toen hij 's ochtends in de kou opstond, barstte hij meteen uit in een jubellied
- Het woord 'jubellied' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.