rêverie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rê·ve·rie
Woordherkomst en -opbouw
- van het gelijkluidende franse woord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rêverie | rêverieën |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de rêverie v
- dromerig muziekstuk
- losse gedachtestroom, mijmerij, dagdroom
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rêverie" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be