sonate
- so·na·te
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘muziekstuk voor één instrument’ voor het eerst aangetroffen in 1697 [1]
- Afkomstig van het Italiaanse sonata.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sonate | sonaten sonates |
verkleinwoord | sonatine | sonatines |
- (muziek) een muziekstuk voor één of enkele instrumenten
- Een sonate voor fluit en piano van G.F. Handel.
1. instrumentaal muziekstuk
- Het woord sonate staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sonate" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "sonate" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
sonate v