octet
- oc·tet
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘muziekstuk voor 8 partijen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1885 [1] [2]
- Afgeleid van het Italiaanse octo (acht)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | octet | octetten |
verkleinwoord | octetje | octetjes |
het octet o
- (muziek) een groep van acht muzikanten
- (muziek) een muziekstuk voor acht musici
- (informatica) om expliciet aan te geven dat men acht bits bedoelt
- Het woord octet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "octet" herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "octet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ octet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
octet | l'octet | octets | les octets |
octet m