Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·na·ti·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kleine sonate’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]

Zelfstandig naamwoord

het sonatineo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord sonate

Gangbaarheid

39 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen