evergreen
- ever·green
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘populair blijvend lied’ voor het eerst aangetroffen in 1965 [1]
- samenstelling van ever en green (van het Engels) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | evergreen | evergreens |
verkleinwoord | - | - |
de evergreen m
- lied, boek enz. dat dat door de jaren heen zijn populariteit behoudt
stellend | |
---|---|
onverbogen | evergreen |
verbogen |
evergreen
- eeuwig groen blijvend
- Het woord evergreen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "evergreen" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "evergreen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ evergreen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be