Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·man·ce
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘volkslied’ voor het eerst aangetroffen in 1485 [1]
  • langs verschillende wegen van Frans romance [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord romance romances
romancen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

romance m/v

  1. een romantische liefdesgeschiedenis
     Het voelde alsof ik een romance met de wildernis had beleefd die ik nu met pijn in mijn hart moest verlaten.[3]
  2. (muziek) een aandoenlijk lied
  3. (letterkunde) een aandoenlijk gedicht
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·man·ce
enkelvoud meervoud
romance romances

Zelfstandig naamwoord

romance m

  1. romantische liefdesgeschiedenis
  2. (muziek) een aandoenlijk lied
  3. (letterkunde) een aandoenlijk gedicht

Verwijzingen