Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fluit·con·cert
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fluitconcert fluitconcerten
verkleinwoord fluitconcertje fluitconcertjes

Zelfstandig naamwoord

het fluitconcerto

  1. een luidruchtig en langdurig gefluit op de vingers door een menigte als teken van afkeuring
    • De aanvaller werd vlak voor het strafgebied neergehaald en dat veroorzaakte een oorverdovend fluitconcert. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid