madrigal
- ma·dri·gal
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘liedvorm’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1599 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | madrigal | madrigalen |
verkleinwoord |
het madrigal o
- (muziek) meerstemmig niet-religieus (wereldlijk) zangstuk uit de 14e tot en met de 17e eeuw
- Het woord madrigal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "madrigal" herkend door:
28 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "madrigal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ madrigal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be