• pre·lu·de
enkelvoud meervoud
naamwoord prelude preludes
verkleinwoord preludetje preludetjes

de preludev

  1. (muziek) een muzikale introductie tot een muziekstuk
    • Veel preludes zijn geschreven als zelfstandige composities. 
  2. begin van iets anders
    • De regen leek daarnet af te zwakken, maar stopte niet; en toen, in een abrupte overgang van toon, werd hij nog heviger, nog duchtiger, alsof het voorafgaande slechts een prelude is geweest voor het echte plenswerk. [2] 
90 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]
  1. Wiktionnaire
  2. Valens, Anton
    Het compostcirculatieplan 2016 ISBN 978-90-254-4685-7 pagina 15
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


enkelvoud meervoud
prelude preludes

prelude

  1. prelude, voorspel