• na·spel
enkelvoud meervoud
naamwoord naspel naspelen
verkleinwoord naspelletje naspelletjes

het naspelo

  1. (muziek) de dans, het toneel of de muziek ter afsluiting van een theaterstuk, opera, ballet etc.
    • In het naspel hoort men het typische motiefje nog enige malen terug. 
  2. (seksualiteit) de anticlimax na de coïtus
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be