naspel
- na·spel
- samenstelling van na en spel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naspel | naspelen |
verkleinwoord | naspelletje | naspelletjes |
het naspel o
- (muziek) de dans, het toneel of de muziek ter afsluiting van een theaterstuk, opera, ballet etc.
- In het naspel hoort men het typische motiefje nog enige malen terug.
- (seksualiteit) de anticlimax na de coïtus
- [1] epiloog, postludium
- [1] entr'acte, finale, interludium, intermezzo
1. dans, toneel of muziek ter afsluiting van een theaterstuk, opera, ballet etc.
- Het woord naspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "naspel" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be