fanfare
- Geluid: fanfare (hulp, bestand)
- IPA: / fɑɱˈfarə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /fɑn.ˈfa.rə/
- (Limburg): /foɱ.ˈfaːr/
- fan·fa·re
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘muziekstuk voor koper’ voor het eerst aangetroffen in 1655 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fanfare | fanfares fanfaren |
verkleinwoord | fanfaretje | fanfaretjes |
- (muziek) een marcherend koperblaasorkest, fanfarekorps
- Hij liep mee met de fanfare.
- (muziek) een muziekgenre dat zich toelegt op [1], fanfaremuziek
- Het woord fanfare staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fanfare" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "fanfare" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ fanfare op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be