requiem
- re·qui·em
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘dodenmis’ voor het eerst aangetroffen in 1510 [1]
- > Latijn: accusatief van requies.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | requiem | requiems |
verkleinwoord |
het requiem o
- mis opgedragen voor een overledene
1. mis opgedragen voor een overledene
- Het woord requiem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "requiem" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "requiem" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be