wan
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wan
Woordherkomst en -opbouw
- [A] zn (de): van Middelnederlands wan/wanne dat via Oudnederlands is ontleend aan Latijn vannus, in de betekenis van ‘mand om koren te zuiveren’ voor het eerst aangetroffen in 847 (in de plaatsnaam Vuambace nu: ) [1][2][3]
- [2]: (verkorting) van wanmolen
- [A] ww: wannen ww zonder de uitgang -en, met dezelfde herkomst als het zn
- [B] bn: van Middelnederlands wan "ontbrekend, onvolledig" [4][5]
- [B] zn (het): zelfstandig gebruikt bn [6]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wan | wannen |
verkleinwoord | wannetje | wannetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (landbouw) ondiepe gevlochten bak om koren te zuiveren van kaf en stro
- (landbouw) apparaat om koren te zuiveren van kaf en stro
- (techniek) blaasbalg van een smidse
- reservoir van sommige soorten ovens
Synoniemen
Afgeleide begrippen
- [4] wanoven
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wannen |
[A] wan
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wannen
- Ik wan.
- gebiedende wijs van wannen
- Wan!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wannen
- Wan je?
stellend | |
---|---|
onverbogen | wan |
verbogen | wanne |
partitief | wans |
Bijvoeglijk naamwoord
[B] wan
- (verouderd) gebrekkig, schadelijk, slecht, verkeerd
- (verouderd) niet naar behoren gevuld, aangebroken of leeg
Synoniemen
Opmerkingen
- Vooral nog gangbaar als eerste deel van samenstellingen. Deze moeten worden onderscheiden van de samenstellingen met "wan" zn of ww volgens etymologie [A]. Omdat het bijvoeglijk naamwoord in het hedendaags Nederlands niet meer gangbaar is, wordt soms ook wel van het voorvoegsel "wan-" gesproken. Dit vormt vooral samenstellingen met zelfstandige naamwoorden, zoals "mis-" vooral samenstellingen met werkwoorden vormt en het echte voorvoegsel on- afleidingen van bijvoeglijke naamwoorden maakt, allemaal met een negatieve betekenis. Het voorvoegsel dys- heeft een vergelijkbare betekenis bij woorden die oorspronkelijk uit het Latijn of Grieks komen.
Afgeleide begrippen
1. gebrekkig, schadelijk, slecht, verkeerd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wan | wannen |
verkleinwoord | wannetje | wannetjes |
Zelfstandig naamwoord
[B] wan o
- (bosbouw) (bouwkunde) minder bruikbare deel van een balk of plank dat bij het verzagen uit een stam niet glad en recht is gemaakt
- holte of oneffenheid in een stuk hout
- gaatje of lek
- stuk ijzer dat in het spongat van een vat kan worden gestoken zodat het vat met een touw dat aan het midden van het ijzer is bevestigd kan worden opgehesen
- (visserij) ruimte die in een gevulde ton vrijkomt als de vis door het zouten krimpt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord wan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "wan" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[7] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ wan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "wan" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ wan op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Surinaams
Telwoord (srn) | ||||
---|---|---|---|---|
0 | ||||
1 | 11 | 10 | 100 | 103 |
2 | 12 | 20 | 200 | 106 |
3 | 13 | 30 | 300 | 109 |
4 | 14 | 40 | 400 | 1012 |
5 | 15 | 50 | 500 | 1015 |
6 | 16 | 60 | 600 | 1018 |
7 | 17 | 70 | 700 | 1021 |
8 | 18 | 80 | 800 | 1024 |
9 | 19 | 90 | 900 | 1027 |
Woordherkomst en -opbouw
- Van het Engelse one.
Hoofdtelwoord
wan
Toki Pona
Uitspraak
Woordafbreking
- wan
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
wan
Werkwoord
wan
Bijvoeglijk naamwoord
wan
Hoofdtelwoord
wan