wanbetaler
- Geluid: wanbetaler (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɑmbəˌtalər / (4 lettergrepen)
- wan·be·ta·ler
- Naamwoord van handeling van wanbetalen met het achtervoegsel -er; op te vatten als samenstelling van wan bn en betaler zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wanbetaler | wanbetalers |
verkleinwoord |
de wanbetaler m
- persoon of organisatie die rekeningen niet of slecht betaalt
- De gemeente Rotterdam ging in 2010 willens en wetens in zee met een notoire wanbetaler bij de verhuur van het pand van voormalig poppodium Waterfront. De grootscheepse fraude die volgde, en die de gemeente miljoenen heeft gekost, had voorkomen kunnen worden. Dat blijkt uit een rapport in bezit van NRC. [2]
- Het woord wanbetaler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wanbetaler" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC L. Mascini & E. Jorritsma 7 maart 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be