• wan·ver·to·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord wanvertoning wanvertoningen
verkleinwoord

de wanvertoningv

  1. zeer slecht optreden
    • Wanvoorwaardelijke steun van de clubleiding bleef afgelopen week uit na de wanvertoning tegen Vitesse (1-2).[1] 
    • Ook de minister van Defensie, Jeanine Hennis, is verontwaardigd. ,,Hier hoeft niets meer aan te worden toegevoegd. Wat een wanvertoning van Erdogan. Voorop staat dat niet wij, maar het toenmalige Bosnisch-Servische leger zich schuldig heeft gemaakt aan de massamoord. Zoals ook geconcludeerd door het internationale Joegoslavië-tribunaal in 2001.”[2] 
92 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. Het Parool 30 september 2017 Keizer: Ik ben verantwoordelijk voor de slechte start
  2. Tubantia E. van der Aa & R. Boere 14 maart 2017 Rutte en Dutchbatters verbijsterd over uitlatingen Erdogan
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be