bosbouw
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bos·bouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos en bouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosbouw | - |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bosbouw m
- (bosbouw) het systematisch bosbeheer (teelt en verzorging van bossen) voor de productie van hout
- Landbouw, bosbouw en visserij.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het systematisch bosbeheer (teelt en verzorging van bossen) voor de productie van hout
Gangbaarheid
- Het woord bosbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bosbouw" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be