• tuin·bouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tuinbouw -
verkleinwoord - -

de tuinbouwm

  1. (landbouw), (tuinbouw) vorm van landbouw die zich specifiek toelegt op het intensief wijze telen van groenten, bloemen, planten, bomen, bollen of zaden
    • Het Westland staat bekend om zijn tuinbouw. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be