akkerbouw
- ak·ker·bouw
- samenstelling van akker en bouw [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | akkerbouw | - |
verkleinwoord | - | - |
de akkerbouw m
- (landbouw) aanbouw van gewassen in de volle grond, met uitzondering van groenten en fruit
- ▸ De vuren zijn meestal aangestoken door boeren. Zij verbranden bossen om de grond leeg te maken. Die grond gebruiken ze dan voor akkerbouw en veeteelt.[2]
- Het woord akkerbouw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "akkerbouw" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron nieuwsbegrip.nl“Bosbranden in het Amazonegebied” (26-8-2019), CED-groep
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be