Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: MA, Ma, mA, ma.
  • ma
v enkelvoud meervoud
naamwoord ma ma's
verkleinwoord maatje maatjes

demav

  1. (familie) moeder, vrouwelijke ouder

demam

  1. (afkorting), (tijdrekening), (dag) maandag, de eerste dag van de werkweek
    «Open: ma, di, wo, do, vr; dicht: za, zo.»
    Geopend op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag; gesloten op zaterdag en zondag.
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven: ma., maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een weekdag gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten[2].
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]

ma

  1. ik (archaïsch, poëtisch)
  • ma
nominatief genitief datief accusatief benadrukt
je mon / ma / mes moi me moi
Bezittelijke voornaamwoorden in het Frans
bezitter: wat bezeten wordt:
enk mv
m v
enk 1e pers. monmames
2e pers. tontates
3e pers. sonsases
mv1e pers. notrenos
2e pers. votre*vos*
3e pers. leurleurs
* als beleefdheidsvorm zowel meervoud als enkelvoud

ma v enk

  1. mijn (bij vrouwelijke woorden in het enkelvoud)
    «J'aime ma femme.»
    Ik houd van mijn vrouw.
  • ma

ma

  1. masa, gewicht van 2,412 g
  • Afkomstig van het Latijnse magis

ma

  1. maar

ma

  1. derde persoon enkelvoud aantonende wijs van mieć
    «Andrzej ma 18 lat.»
    Andrzej is 18 jaar oud.

ma v

  1. mijn
enkelvoud meervoud
nominatief jamy
genitief ma, mňanás
datief mne, minám
accusatief ma, mňanás
locatief mnenás
instrumentalis mnounami
  • ma

ma

  1. mij (accusatief van de eerste persoon enkelvoud)
  2. van mij (genitief van de eerste persoon enkelvoud)
enkelvoudmeervoud
aspectvoltooidonvoltooidvoltooidonvoltooid
Situatiefmaa ngimaa ngiynu nginu ngiy
Terminatiefnaadinaananudinanu
Objectieflaalaaylanulanuy
Processiefdamadamaydanudanuy
Subjectiefmaamaaynoonooy
Neutraalmamaynunuy

ma

  1. eerste persoon enkelvoud, neutraal aspect, voltooid: ik