enkelvoud meervoud
nominatief ja my
genitief ma, mňa nás
datief mne, mi nám
accusatief ma, mňa nás
locatief mne nás
instrumentalis mnou nami
  • mňa

mňa

  1. mij (accusatief van de eerste persoon enkelvoud)
  2. van mij (genitief van de eerste persoon enkelvoud)