• nu

nu

  1. op het huidige tijdstip
    • Zo te zien komt er nu iemand binnen. 
     De VU laat aan de NOS weten te waarderen dat het werkveld erg betrokken is. "De realiteit blijft echter dat de afdeling Aardwetenschappen langdurig te maken heeft met structurele financiële tekorten, ondanks eerdere reorganisaties en gedeeltelijk steun van andere afdelingen. Deze structurele tekorten zijn niet langer mogelijk gezien de bezuinigingsopgave waar we als faculteit, maar ook als universiteit in haar geheel, nu voor staan."[2]
     "Dat wordt straks wel even wennen", zegt machinist Jos van der Veen tegen RTV Noord. Hij had gisteravond zijn laatste rit naar het "oude hoofdstation"". "Ik vind het mooi om een stukje spoorweggeschiedenis mee te maken, zowel aan het einde van iets of het begin van iets. Nu mag ik het einde meemaken, hartstikke leuk."[3]
  2. om een uitspraak kracht bij te zetten
    • Kan je nu niet even stil zijn? 
  3. om een overgang in een verhaal of redenering aan te geven
    • Nu zijn er mensen die nooit stil kunnen zijn. 

nu

  1. drukt uit dat een bepaalde gebeurtenis heeft plaatsgevonden.
    • Hij is een beroemd man, nu duidelijk geworden is hoe belangrijk zijn ontdekking is. 
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]
  1. "nu" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 mei 2025 Weblink bron
    Sven Schaap
    “Werkveld luidt noodklok op actiedag tegen verdwijnen aardwetenschappen VU” (6 mei 2025), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 10 mei 2025 Weblink bron “Station Groningen ruim twee maanden dicht vanwege verbouwing” (10 mei 2025), NOS
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

nu

  1. wel, nu (om een uitspraak kracht bij te zetten)

nu

  1. nu
  • nu

nu

  1. nu

nu o

  1. heden
nus enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     nu     nuet     -     -  
  genitief     nus     nuets     -     -