Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nee
Woordherkomst en -opbouw
  • Mnl. nien, voor het eerst aangetroffen rond 1220. Verder te herleiden tot het Proto-Germaanse ne ainan, "niets". [1][2]

Tussenwerpsel

nee

  1. duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja
    • Ik had vaker "nee!" moeten zeggen, dacht hij spijtig 
     ‘Missen jullie elkaar dan niet verschrikkelijk?’ Het klinkt misschien hard of raar, maar nee.[3]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Nee verkopen
Iets weigeren
Spreekwoorden
  • Nee heb je, ja kun je krijgen.
Als je niet eens probeert om iets ingewikkelds voor elkaar te krijgen, is het sowieso mislukt
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • nee
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudnederlandse *nēn, via het Middelnederlandse nee / neen en het Nederlandse nee

Bijwoord

nee

  1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja
Synoniemen
Antoniemen
Anagrammen


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • nee

Partikel

nee

  1. (spreektaal) nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja
    «Kennst du Peter? – Nee
    Ken jij Peter? – Nee.
Schrijfwijzen
Synoniemen
Antoniemen


Fries

Uitspraak
Woordafbreking
  • nee

Tussenwerpsel

nee

  1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja
Antoniemen

Verwijzingen


Luxemburgs

Uitspraak
Woordafbreking
  • nee

Bijwoord

nee

  1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja
Schrijfwijzen


Nedersaksisch

Woordafbreking
  • nee
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

[A] nee

  1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja
Schrijfwijzen
Antoniemen
Anagrammen

Bijvoeglijk naamwoord

[B] nee

  1. nieuw
Schrijfwijzen


Pennsylvania-Duits

Tussenwerpsel

nee

  1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja


Riograndenser Hunsrückisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • nee

Bijwoord

nee

  1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja