Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: , , Ne


  • ne
  • dit is een ontwikkeling van de oorspronkelijke verbuigingen van het lidwoord, die in het algemeen Nederlands zijn verdwenen [1]

ne

  1. (Zuid-Nederlands) mannelijk onbepaald lidwoord wanneer het eropvolgende woord met een andere medeklinker dan b of h begint
     Allee, dat snap ik nu niet, dat doet ne vriend normaal toch niet?[2]
     Mijn vader was ne kameraad, nen broer, ne vriend, ne vader en ne peter voor veel mensen.[3]
  • Als het eropvolgende mannelijke woord met een klinker, b of h begint, wordt een -n tussengevoegd en wordt dit lidwoord nen geschreven. Veel sprekers doen dit ook als het eropvolgende woord met d of t begint. [4]
  1.   Weblink bron “Tussentaal - Kenmerken” (8 mei 2014) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Shary Verdonck
    “High heels, make-up and ... a gun: onderzoek naar de beeldvorming van vrouwelijke politieagenten in Vlaamse reality televisie op basis van een inhouds – en tekstuele analyse”, masterscriptie (mei 2018), Universiteit Gent, p. 243
  3.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Sven Marievoet
    “Getuigenis van Sven Marievoet in de uitvaartviering voor zijn vader Hendrik.” (september 2008) op kwbmerchtem.be
  4.   Weblink bron
    Ludo Permentier
    “Vlaams in één les” (1 december 2022) op ivdnt.org


ne

  1. een, 'n; onbepaald lidwoord voor vrouwelijke naamwoorden


Telwoord (alp)
1 10 100 103
2 20
3
4
5 50
6
7
8
9

ne

  1. zes


ne

  1. nee


ne

  1. nee
  2. niet


  • ne

ne

  1. niet (meestal als deel van een combinatie met woorden als pas, plus, guère, jamais, point, personne, rien, aucun, nul die in het Nederlands vaak met één woord wordt vertaald)
  • In literair of archaïsch Frans kan ne ook buiten zo'n combinatie als ontkenning voorkomen; in spreektaal wordt het als deel van de combinatie soms weggelaten.
  • n' (voor een woord dat in de uitspraak met een klinker begint)


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *nē

ne

  1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van ja


ne

  1. niet

nene

  1. noch … noch …, niet … en niet …


  • Afgeleid van het Proto-West-Germaanse *ne, via het Oudnederlandse ne

ne

  1. niet


  • Afgeleid van het Proto-West-Germaanse *ne, via het Oudnederlandse ne

ne

  1. niet


ne

  1. 'n, een; een onbepaald lidwoord voor vrouwelijke naamwoorden

ne m

  1. accusatief enk van hei: hem


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *ne, via het Proto-West-Germaanse *ne

ne

  1. niet


  • Afgeleid van het Proto-Germaanse *ne, via het Proto-West-Germaanse *ne

ne

  1. niet


ne

  1. 'n, een; onbepaald lidwoord voor vrouwelijke naamwoorden
    «Ne grieze Gous.»
    Een grijze gans.


  • Afgeleid van het Angelsaksische ne, via het Middelengelse ne

ne

  1. (verouderd) niet



  • ne

ne

  1. nee; duidt ontkenning aan, het tegengestelde van 'ja'
    «Ne, to neudělám.»
    Nee, dat ga ik niet doen.

ne

  1. niet; ontkenning, tegenovergestelde van 'wel'
    «Tak jdeme, ne
    Zullen we niet eens gaan?


ne

  1. 'n, een; een onbepaald lidwoord voor vrouwelijke naamwoorden


ne

  1. (Oostwestfaals) 'n, een; een onbepaald lidwoord voor vrouwelijke naamwoorden

ne m

  1. (Oostwestfaals) accusatief enk van hei: hem