ne-
- IPA: /ne/
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *ne
ne-
ne-
- niet, on-, in-, a-, ab-; woordnegatie, het omkeren van de betekenis van bijwoorden, bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden
- «vinný → nevinný»
- schuldig → onschuldig
- «vinný → nevinný»
- ne-
ne-
- niet, on-, in-, a-, ab-; woordnegatie, het omkeren van de betekenis van bijwoorden, bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden
- «vinný → nevinný»
- schuldig → onschuldig
- «typický → netypický»
- typisch → atypisch
- «obvyklý → neobvyklý»
- gewoon, normaal → ongewoon, abnormaal
- «formální → neformální»
- formeel → informeel
- «vinný → nevinný»
- niet; zinnegatie, het omkeren van de betekenis van een zin door negatie van het werkwoord
- «Nepřijdeme v pátek, přijdeme v sobotu.»
- We komen niet op vrijdag aan, we komen zaterdag aan.
- «Nepřijdeme v pátek, přijdeme v sobotu.»