Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·ga·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord negatie negaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de negatiev [3]

  1. ontkenning, loochening
  2. begrip dat het tegenovergestelde is van een ander begrip
    • door het toevoegen van een negatieprefix wordt een positief getal negatief en omgekeerd 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen