ontkenningsfase
- ont·ken·nings·fa·se
- samenstelling van ontkenning zn en fase zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ontkenningsfase | ontkenningsfases ontkenningsfasen |
verkleinwoord |
de ontkenningsfase v
- (psychologie) de periode die soms na het ontvangen van slecht nieuws voorkomt waarin iemand zegt dat het onvangen bericht niet waar is
- Na het horen van zijn zeer slechte cijfer verkeerde de student een week lang in de ontkenningsfase, maar na het krijgen van het bindendstudieadvies wist hij dat hij geen dokter zou kunnen worden.
- De patiënt verkeerde nog in de ontkenningsfase na het horen van vreselijke diagnose.
- Het woord ontkenningsfase staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.