• ki·lo·gram
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘1000 gram’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1808 [1]
  • afgeleid van gram met het voorvoegsel kilo-
enkelvoud meervoud
naamwoord kilogram kilogrammen
verkleinwoord kilogrammetje kilogrammetjes

het kilogramo

  1. (natuurkunde) (eenheid) de SI-basiseenheid van massa (gewicht), een waarde van 103 gram of 1.000 gram, weergegeven met symbool kg
    • Een voorwerp met een massa van één kilogram heeft ook op de maan een massa van één kg, maar dat geldt niet voor het gewicht. 
  2. (economie) (eenheid) niet-SI-eenheid van kracht of gewicht, weergegeven met symbool kgf (duizend gram kracht)
    • Deze fiets weegt toch nog 18 kilogram. 
  • De SI-eenheid van kracht/gewicht is de newton, weergegeven met symbool N
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
kilogram kilograms

kilogram

  1. (natuurkunde), (eenheid) SI-eenheid voor massa de "kilogram"


  • IPA: /kɪlɔgram/
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord gram met het voorvoegsel kilo-

kilogram monbezield

  1. (natuurkunde) (eenheid) kilogram; de SI-basiseenheid van massa


  • IPA: /kɪlɔgram/
  • ki·lo·gram
  • Afgeleid van het zelfstandig naamwoord gram met het voorvoegsel kilo-

kilogram monbezield

  1. (natuurkunde) (eenheid) kilogram; de SI-basiseenheid van massa