materie
- ma·te·rie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | materie | materiën materies |
verkleinwoord | - | - |
de materie v
- (natuurkunde) de bouwsteen waaruit de (waarneembare) wereld is opgebouwd
- [1] stof
1.
- Het woord materie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "materie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "materie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ materie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | materie | - |
- ma·te·rie
materie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
materie
- Leenwoord uit het Oudfrans
materie
- IPA: /matɛːrɪjɛ/
- ma·te·rie
materie v
- hmota v, látka v, materiál monbezield, substance v
- látka v, téma o, námět, syžet, materiál monbezield, učivo o, pramen monbezield, obsah monbezield
- Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Česko-německý slovník Fr. Št. Kotta - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.