obsah m

  1. inhoud; datgene wat bevat is in een ander lichaam
  2. inhoud; het geheel van handelingen en gedachten vervat in een boek of ander medium
  3. inhoud, inhoudsopgave; overzicht van de onderwerpen of hoofdstukken in een boek
  4. (wiskunde) oppervlakte; uitgebreidheid, grootte in m²
  • obsah zmluvy m – de inhoud van een overeenkomst


  • ob·sah

obsah monbezield

  1. inhoud; datgene wat bevat is in een ander lichaam
    «Petr vysypal obsah svého batohu na stůl.»
    Petr leegde de inhoud van zijn rugzak op de tafel.
  2. inhoud; het geheel van handelingen en gedachten vervat in een boek of ander medium
    «Při zkoušce bylo úkolem stručně popsat obsah této divadelní hry.»
    Het doel van het tentamen was het kort beschrijven van de inhoud van het theaterstuk.
  3. inhoud, inhoudsopgave; overzicht van de onderwerpen of hoofdstukken in een boek
    «Rejstřík této encyklopedie je v posledním dílu, těsně za jejím obsahem
    De index van deze encyclopedie is in het laatste deel bijgevoegd, meteen na de inhoudsopgave.
  4. (wiskunde) oppervlakte; uitgebreidheid, grootte in m²
    «Obsah trojúhelníku ABC je roven 10 cm².»
    Het oppervlak van de driehoek ABC is 10 cm².
  5. (wiskunde)(spreektaal) volume, inhoud; het product van lengte, breedte en hoogte
    «Poslední model má čtyřválcový motor o obsahu 1200 cm³.»
    Het laatste model heeft een viercilindermotor met een inhoud van 1200 cm³.
  1. S
  2. V
  1. náplň v, objem monbezield
  2. plocha v, výměra v, rozloha v
  3. objem monbezield
  1. velikost v, veličina v
  2. velikost v, veličina v