decagram
- de·ca·gram
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘10 gram’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1819 [1]
- afgeleid van gram met het voorvoegsel deca-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | decagram | decagrammen |
verkleinwoord | decagrammetje | decagrammetjes |
het decagram o
- (natuurkunde), (eenheid) een massa (gewicht) met een waarde van 101 gram, 10 gram of 0,01 kilogram, weergegeven met symbool dag
eenheden van massa (gewicht) in het Nederlands (nld) |
---|
yoctogram • zeptogram • attogram • femtogram • picogram • nanogram • microgram • milligram • centigram • decigram • gram • decagram • hectogram • kilogram • megagram • gigagram • teragram • petagram • exagram • zettagram • yottagram |
ons • pond • ton buiten gebruik: drachma • grein • lood • medicinaal pond • scrupel |
- Het woord decagram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "decagram" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "decagram" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be