Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ca·gram
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘10 gram’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1819 [1]
  • afgeleid van gram met het voorvoegsel deca-
enkelvoud meervoud
naamwoord decagram decagrammen
verkleinwoord decagrammetje decagrammetjes

Zelfstandig naamwoord

decagram o

  1. (natuurkunde), (eenheid) een massa (gewicht) met een waarde van 101 gram, 10 gram of 0,01 kilogram, weergegeven met symbool dag
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen