Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·ci·gram
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘0,1 gram’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1819 [1]
  • afgeleid van gram met het voorvoegsel deci-
enkelvoud meervoud
naamwoord decigram decigrammen
verkleinwoord decigrammetje decigrammetjes

Zelfstandig naamwoord

decigram o

  1. (natuurkunde), (eenheid) een massa (gewicht) met een waarde van één tiende gram, weergegeven met symbool dg
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen


Slowaaks

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord gram met het voorvoegsel deci-

Zelfstandig naamwoord

decigram monbezield

  1. (eenheid)(natuurkunde) decigram; een massa (gewicht) met een waarde van één tiende gram
Afkorting


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /dɛtsɪgram/
Woordafbreking
  • de·ci·gram
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het zelfstandige naamwoord gram met het voorvoegsel deci-

Zelfstandig naamwoord

decigram monbezield

  1. (eenheid)(natuurkunde) decigram; een massa (gewicht) met een waarde van één tiende gram
Verbuiging
Afkorting
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Verwijzingen