- (in België) verveeld zitten met iets
Bijna niets meer hebben
- Aan de voeten van Gamaliël zitten
aandachtig luisteren naar de les die een wijs persoon meegeeft
de leiding hebben
- Aan/op het vinkentouw zitten
in spanning iets afwachten en graag door willen
- Achter de geraniums zitten
- Als haringen in een ton zitten
zich erg dicht op elkaar bevinden
daar zitten de moeilijkheden/problemen
- Dat zal hem niet glad zitten.
iets zal niet meevallen en moeilijk zijn
iets klopt ergens niet aan
- Een ongeluk zit in een klein hoekje.
door een kleine fout kunnen gemakkelijk erg nare ongelukken gebeuren
- Elkaar in de haren zitten
erge ruzie hebben
ergens de tijd voor nemen zodat je het goed kan doen
- Er zit bij hem een steekje los
die is niet helemaal goed bij zijn hoofd
- Er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan.
niets is perfect
veel geld hebben
- Goed in de slappe was zitten
veel geld hebben
geen geld hebben
veel lezen of studeren
geen geld hebben
gierig zijn
gierig zijn
niet sympathiek zijn, of een probleem hebben met
ergens veel van kunnen verwachten en/of plezier van beleven
genoeg ergens van hebben en er geen zin meer in hebben
- Het gaat me niet in de koude kleren zitten
- Iemand achter de broek zitten
iemand aansporen
- Iemand achter de vodden zitten
iemand aansporen en activeren iets te doen
- Iemand op de hielen zitten
iemand bijna te pakken hebben
Grote moeilijkheden of zorgen hebben
ziek zijn
de situatie waarin het zit wordt beter
met problemen zitten
In grote moeilijkheden zitten
Geen oplossing weten ofwel: Bang zijn voor de gevolgen
geen oplossing meer weten of geen geld meer hebben
bang zijn of angst hebben
- In een ivoren toren zitten
vertellen hoe iets is samengesteld
- • Deze machine zit vernuftig in elkaar. Hij bestaat uit vijftig verschillende onderdelen.
- In een moeilijk parket zitten
moeilijkheden hebben
- In het hoekje zitten waar de slagen vallen
zich in een groep bevinden die altijd het moeilijk heeft of problemen krijgt
moeilijkheden hebben
- In hetzelfde schuitje zitten
met dezelfde omstandigheden te maken hebben, vrijwel dezelfde situatie
- In iemands vaarwater zitten
iemand hinderen
niet meer weten wat te doen in een troosteloze situatie
In de problemen zitten
- Met de gebakken peren blijven zitten
voor de moeilijkheden opdraaien
- Met de handen in het haar zitten
niet weten wat je moet doen/Niet weten wat je er mee aan moet vangen
- Onder de pantoffel zitten
thuis niets te vertellen hebben
niets durven tenzij de partner het goed vindt
een examen hebben ofwel: in angstige omstandigheden zitten
de grootste hebben kans ontslagen te worden
de eerste zijn die ontslagen kan worden ofwel: de doorslag geven met iemands stem
op visite zijn en niks te eten of drinken krijgen
het erg goed en gemakkelijk hebben
- Op het zondaarsbankje zitten
iemand die vertelt wat die zelf verkeerd gedaan heeft, datgene opbiechten
- Op hete/gloeiende kolen zitten
Veel haast of spanning hebben
erg gelukkig zijn en goed hebben
- Op zijn stokpaardje zitten
een liefhebberij zijn
- Stevig in het zadel zitten
machtig zijn
oververzadigd zijn
moeten kiezen tussen twee onaangename mogelijkheden ofwel: zich bevinden tussen twee ruziemakers
zeker van iemands positie zijn in een organisatie
- Weten hoe de vork in de steel zit
precies weten wat er gebeurd is
- Wie in het schuitje zit moet meevaren.
wie ergens mee begonnen is moet dit ook afmaken
- Wie op billen brandt, moet op de blaren zitten.
als je iets doms doet, moet je de gevolgen dragen (liefst zonder klagen)
- Wie zijn gat brandt, moet op de blaren zitten.
als je iets doms doet moet je er ook de gevolgen van dragen
bezig zijn met plagen
zich vervelen en niet weten wat men moet doen
men moet iets lijdzaam ondergaan want er valt toch niets aan te doen
- • Er zat niks anders op dan in mijn drinkfles te plassen. [3]
|