Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwars·zit·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dwarszitten
zat dwars
dwarsgezeten
klasse 5 volledig

Werkwoord

dwarszitten

  1. inergatief een bron van wrok, zorg of angst zijn
    • Als er niet zo veel herrie was geweest, had hij kunnen nadenken over wat hem dwarszat, maar de krijsende fluittonen volgden elkaar op, onderbroken door explosies die je van hoofd tot voeten door elkaar schudden. [1] 
    • Het plan moest als alles meeliep wel lukken. Het enige dat Nemo dwars zat was het feit dat juist Schoonheid de taak had de vijand onschadelijk te maken in het Marterwoud. Maar de vlinder begreep gelukkig wat van haar verwacht werd. [2] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 15
  2. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 103
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be