Duits

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudhoogduitse sizzen.
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sitzen
/ˈzɪʦn̩/
saß
/zaːs/
gesessen
/gəˈzɛsn̩/
volledig

Werkwoord

sitzen

  1. zitten
  2. blijven